Zondag 2 oktober 2016. De wekker staat om 4 uur en ik ontwaak in een stemmige bed and breakfast nabij Gaiole in Chianti. Die dag neem ik, samen met boezemvriend Günther Desaever en tevens de beheerder van deze website, deel aan de twintigste editie van de L’Eroica.
Zelfs voor doorgewinterde wielertoeristen als ons is dit een heus avontuur : 209 kilometers doorheen de Chiantistreek, maar zowat 100 kilometer op de zogenaamde strade bianchi: een mix tussen kiezel- en aardewegen in de landelijke gebieden van deze prachtregio.
Ook het klimwerk is niet mis, want we moeten ruim 3.500 hoogtemeters overwinnen: iets dat ik voor mezelf vertaal als 2 cols buiten categorie op rijden. Dat het traject dan nog eens moet afgelegd worden met een oude koersfiets (stalen kader, geen klikpedalen, vitessen op het kader met een maximum van 12) maakt het er nog uitdagender op.
Afgetraind staan we om vijf uur ’s morgens aan de start op de marktplaats van Gaiole in Chianti. Het is nog stikdonker. Met een goede fietsverlichting is het geen probleem op de openbare weg, maar eenmaal buiten het centrum horen we in een bosrijke omgeving het geluid van everzwijnen.
De eerste strook ‘strade bianche’ is een heus avontuur. Het pad, dat zich langzaam omhoog kronkelt doorheen het mooie kasteeldomein Brolio, is langs beide kanten afgezet met kaarsen. Een prachtig beeld om door te fietsen!
De eerste ferme klim is er al vlug, even buiten Gaiole in Chianti. Meteen voel je hoe lastig het allemaal zal worden. Op een klim te vergelijken met het betere Ardennenwerk zorgt vooral het gebrek aan wegdek dat je maar langzaam vooruit gaat. Maar nog erger is het afdalen, op die kiezelwegen waag je je niet naar beneden zonder af en toe flink naar de remmen te grijpen.
En dan die schokken. We rijden zuidwaarts in de Chiantistreek, om na 80 kilometer de streek rond Montalcino te bereiken. Een prachtige stad, op een heuvel zoals de naam al suggereert, maar loodzwaar om vanuit die kiezelwegen het centrum te bereiken.
Hier gaat de hartslag voor het eerst enkele minuten te hoog om goed te zijn voor deze slijtageslag, maar als je zelfs maar een snelheid van 10 kilometer per uur wil aanhouden is deze ‘cartouche’ de prijs. Maar toegeven: het is één van de mooiste trajecten van deze rit en dat wil toch wel wat zeggen. Tijd om het mooie centrum te bezichtigen of de lekkere wijnen en olijfolie te proeven is er helaas niet.
Winegums?
Maar nu we het toch over wijn hebben… De bevoorradingen van de Eroica zijn een bezienswaardigheid op zich. Geen sportdrank, peperkoek, energiebars of de nu al op cyclingtochten ingevoerde winegums van Sagan… maar bananen, boterhammen met salami, hesp, nutella of zelfs suiker in rode wijn gedoopt en zelfs wijn als drankjes.
Gelukkig heb ik wat gezeurd, want de achterzakken van mijn fietstruitje bevatten een drietal W-cups…en we zullen ze nog nodig hebben.
Montalcino blijkt het keerpunt en dan rijden we terug via Buonconvento, de benen voelen nog altijd aan alsof ze nog geen trap hebben moeten geven. Vreemd genoeg komt dan op het minst zware gedeelte van het traject toch al dat wat lome gevoel. De helling van Castelnuovo Berardenga, nochtans niet onoverkomelijk, doen de benen geen deugd. Dan wordt de omgeving terug groener, bosrijker.
We naderen de Monte Sante Marie, bekend als scheidsrechter in de (stilaan) wielerklassieker Strade Bianchi, die begin maart wordt gereden. Een kiezelstrook van ruim 11 kilometer en de beklimming naar het gehucht toe loopt op tot 22%. Zowat de helft van de deelnemers stappen hier van de fiets.
Wij weigeren te plooien maar het zweet drupt van het voorhoofd en misschien is het maar best dat we vandaag in deze old fashioned rit geen hartslagmeter aanhebben.
Op km 185 volgt de zoveelste helse afdaling, nek en schouders doen al pijn. Daarna volgt de finale die we minder explosief maar met een blij gemoed afwerken. Het gevoel dat je dit huzarenstukje tot een einde gaat brengen, doet alle pijn vergeten. Een prachtige afsluiter is het stukje klimwerk op zo’n tien kilometer buiten Radda in Chianti.
Een prachtige strada bianca, omgeven door cipressen, slingert zich naar een al een magnifiek domein. Nog een afdaling en we zien in de verte al Radda opduiken.
In het centrum wordt elke fietser onthaald als een held, ook als je uit pure vermoeidheid niet eens meer uit je klikpedaal kan en je neersmakt op heilige Toscaanse grond.
De Eroica, we zouden het niet elk jaar opnieuw doen maar tegelijkertijd raden we het elke wielertoerist aan. Het is meer dan een fietstocht voor sportievelingen, het is een belevenis. Uniek om te rijden, goed voor jaren stoere praat en een herinnering voor het leven.
Trackbacks/Pingbacks