De soms bovenmenselijke prestaties van wielrenners hebben supporters en journalisten altijd gemotiveerd om bijnamen te zoeken voor de renners. Denken we maar aan de kannibaal of Il Pirata, geen wielerliefhebber die niet weet over welke renner het gaat.
In dit artikel hebben we een poging ondernomen om de bijnamen van de belangrijkste wielrenners op te sommen. Sommige wielrenners komen meer dan 1 keer voor omdat ze meerdere bijnamen hebben.
Er ontbreken er zeker en vast en daarom zijn suggesties meer dan welkom, je kan ze altijd doorsturen in een berichtje op onze facebookpagina vintagefiets.
De kannibaal Eddy Merckx links en de eeuwige tweede Raymond Poupou Poulidor rechts
De kannibaal – Eddy Merckx
Il pirata – Marco Pantani
Elefantino – Marco Pantani
Il imbatido (de onoverwinnelijke) – Alejandro Valverde
Purito – Joaquin Rodriguez
De gorilla – André Greipel
De vliegende Hollander – Mathieu Van der Poel
De zwarte van Brakel – Peter van Petegem
De Peet – Peter van Petegem
De Tank – Bram Tankink
De Kneet – Gerrie Kneteman
De bom van Balen – Tom Boonen
Monsieur Paris Roubaix – Roger De Vlaeminck
Le Gitan – Roger De Vlaeminck
De wieltjeszuiger – Joop Zoetemelk
Il piccolo principe (de kleine prins) – Damiano Cunego
Il bimbo d’oro (de gouden jongen) – Frank Vandenbroucke
VDB – Frank Vandenbroucke
El tractor – Tim Declercq
Summie – Johan Vansummeren
De schorpioen van Semmerzake – Thomas De Gendt
Lippe – Freddy Maertens
Rik I – Rik Van Steenbergen
Grote Rik – Rik Van Steenbergen
Rik II – Rik Van Looy
De Leeuw van Vlaanderen – Johan Museeuw
Ivan il terribile (Ivan de verschrikkelijke) – Ivan Basso
Monsieur Chrono – Jacques Anquetil
Maitre Jacques – Jacques Anquetil
Poupou – Raymond Poulidor
L’éternel Second – Raymond Poulidor
Eddy Bosberg – Edwig van Hooydonck
De boemeltrein van Kasterlee – Ludo Dierckxsens
De fitte – Wilfried Peeters
Volderke – Stijn Devolder
Fausto – Peter Farazijn
De blonde pijl van Laarne – Etienne De Wilde
La Machine – Sylvain Chavanel
Il Falco (de valk) – Paolo Savoldelli
De cobra – Riccardo Ricco
El pistolero – Alberto Contador
De keizer van Herentals – Rik van Looy
De haai van Messina – Vincenzo Nibali
Super Mario – Mario Cippolini
Re Leone – Mario Cippolini
Il delfino di Bibione – Franco Pellizotti
De das – Bernard Hinault
Le Blaireau – Bernard Hinault
De professor – Laurent Fignon
The boss – Lance Armstrong
Kaiser Jan – Jan Ulrich
il cavaliere dei Quattro Mori (de ridder van de 4 Moren) – Fabio Aru
De adelaar van Herning – Bjarne Riis
Ijzeren Briek – Briek Schotte
De buizerd van Bergamo – Felice Gimondi
De aristocraat – Felice Gimondi
De sheriff – Francesco Moser
De adelaar van Toledo – Federico Bahamontes
Il leoncino delle Fiandre (het leeuwtje van Vlaanderen) – Michele Bartoli
Il grillo (de krekel) – Paolo Bettini
Tornado bianco (de witte tornado) – Euvgeni Berzin
Jerommeke – Jeroen Blijlevens
Il bufalo (de buffel) – Guido Bontempi
La lucertola (de hagedis) – Gianni Bugno
Il campionissimo – Fausto Coppi
Cri cri – Claude Criquelion
Perico – Pedro Delgado
De engel van het gebergte – Charly Gaul
Monsieur Pipi – Charly Gaul
Spartacus – Fabian Cancellara
Der Pantzerwagen – Tony Martin
Le pédaleur de charme – Hugo Koblet
Wiggo – Bradley Wiggins
Froomie – Chris Froome
The Manx Express – Mark Cavendish
De Hulk – Peter Sagan
The terminator – Peter Sagan
Abdoe – Djamolidine Abdusjaparov
De aerokogel – Remco Evenepoel
De zwarte arend – Marcel Kint
Poeske Scherens – Jef Scheerens
Pogi boy – Pogacar
De locomotief, ijzeren Willem, de knoest, de beul van het Heike – Wim van Est
Le rusé, de listige, de rekenaar – Stan Ockers
El Tarangu – José Manuel Fuente
John Deere – Yves Lampaert
Tukker: Hennie Kuiper
Goudkuipje: Hennie Kuiper
