De Rosa is samen met Colnago, Pinarello, Cinelli, Willier Triestina, Bianchi, … één van de vele mythische fietsmerken die Italië nog steeds rijk is. Het zal voor altijd geassocieerd zijn met de naam van Eddy Merckx voor wie Ugo De Rosa tientallen fietsen gebouwd heeft tijdens zijn carrière maar ook daarna.
Het was immers Ugo De Rosa die Eddy Merckx na zijn loopbaan aanzette om zelf zijn eigen fietsfabriek te openen.
1953: het ontstaan van De Rosa
De carrière van Ugo De Rosa, geboren op 27 januari 1934, begint in de fietswinkel van zijn familielid Filippo Fasci waar hij de knepen van het vak leert. Net zoals zijn collega fietsenmakers Colnago, Pinarello, … probeert ook Ugo om het als wielrenner waar te maken. Hij schopt het tot amateur maar op 18jarige leeftijd acht hij de tijd rijp om zijn eigen bedrijfje op te richten.
Het is het jaar 1953 en het fietsmerk De Rosa is een feit. Het is de beginperiode na de tweede wereldoorlog wanneer ook andere bekende fietsmerken ontstaan: Cinelli in 1948, Colnago in 1954, Pinarello in 1952.
De fietsframes die Ugo maakt zijn op geometrisch vlak innovatief en al vlug groeit de belangstelling. Steeds meer renners willen op een fiets van Ugo De Rosa rijden. In 1958 leent Ugo op de piste Vigorelli in Milaan een fiets aan Raphael Geminiani die zodanig onder de indruk is dat hij Ugo vraagt om voor hem een fiets te bouwen voor de aankomende Giro d’Italia. Deze toevalstreffer opent meteen de deur naar het professionele wielrennen.
1960 – 1970: de doorbraak van De Rosa
De eerste profrenners die met een De Rosa fiets rijden zijn de Spanjaarden Soler en Suarez die voor het team Faema rijden. We zijn begin de jaren 60 en Ugo De Rosa wordt de persoonlijke mecanicien van de keizer van Herentals, Rik Van Looy. Ugo staat altijd klaar voor Rik en volgt hem overal.
Het volgende decennia kiezen steeds meer amateurs en prof wielrenners voor De Rosa. In 1964 levert Ugo de fietsen aan de wielerploeg IBAC en vanaf 1967 bouwt hij de frames voor de ploeg Max Meyer van Gastone Nencini.
In 69 start de samenwerking met Gianni Motta en team Sanson die duurt tot het einde van zijn carrière zoals ook het geval is met Eddy Merckx.
1970 – 80: de fietsen van Eddy Merckx
In 1973 rijdt voor het eerst een profteam met De Rosa fietsen waar effectief het logo in hartvorm opstaat. Het is het team G.B.C. van sportief directeur Zandegù met onder meer Panizza, Francioni en Turrini.
Ugo De Rosa blijft evenwel frames bouwen voor diverse profrenners en van 1973 tot 1978 (jaar waarin Eddy Merckx stopt met wielrennen) wordt hij de persoonlijke mecanicien en framebouwer van Eddy Merckx. Tussen de 2 ontstaat een hechte vriendschap met wederzijds respekt. Eddy Merckx is zeer veeleisend en zijn drang naar perfektie helpt Ugo De Rosa hoe hij zijn frames kan optimaliseren.
Het verhaal doet de ronde dat Eddy op zijn tenen was getrapt dat Ugo zogezegd geen frames wilde bouwen voor de kannibaal maar dit was gebaseerd op een misverstand. Eddy had namelijk gevraagd aan zijn teamgenoot Gianni Motta om hem voor te stellen aan Ugo De Rosa. Motta had dit echter nooit gedaan waardoor Eddy geïnterpreteerd had dat Ugo geen frames wilde bouwen voor hem.
Dat Merckx veeleisend was, ondervond Ugo al vlug. Hij liet namelijk 5 frames bouwen in 1 week tijd voor Parijs Roubaix. Hieruit koos hij dan het beste frame en met resultaat want Merckx won Parijs Roubaix 1973
In 1976 maakt De Rosa de fietsen voor Francesco Moser waarmee hij tal van wedstrijden wint waaronder 3 keer Parijs Roubaix. In de Giro d’Italia rijdt praktisch 80% van de renners op een De Rosa, weliswaar niet altijd gemerkt met het harten logo.
De jaren 80: introductie TIG lassen
In 1986 doet het TIG lassen zijn intrede en de mogelijkheid om buizen met verschillende diameters te gebruiken laat Ugo De Rosa toe om zich nog meer uit te leven en nog betere frames op maat te maken, hetgeen hij het liefste doet en zijn filosofie is “Geen enkele renner is gelijk en ieder frame is dus anders”.
In 1982 start de sponsoring van de wielerploeg Sammontana met ondermeer Moreno Argentin en Gianbattista Baronchelli. Vanaf 1985 tot 1989 de wielerploeg Ariostea.
1993: frames uit titanium
In 1993 beslist Ugo De Rosa om net zoals zijn concurrenten het nieuwe materiaal Titanium te gebruiken. Een duur materiaal dat hard is als staal en licht als alluminium maar zeer moeilijk bewerkbaar is.
Het team Gewiss – Ballan met Argentin, Furlan, Berzin, Ugrumov rijdt met titanium fietsen en behaalt overwinningen in Milaan Sanremo, Luik Bastenaken Luik, de Waalse Pijl, de Ronde van Lombardije, de Giro d’Italia en ritoverwinningen in de Tour de France . Nadien is de ploeg in opspraak gekomen voor dopinggebruik.
1994: De Rosa experimenteert volop met alluminium frames
Begin de jaren 90 doet alluminium zijn intrede in de wielerwereld en Danilo De Rosa (één van de 3 zonen van Ugo) merkt dat er bij de fietsenmakers en renners een grote drang is om dit nieuwe materiaal toe te passen en te gebruiken.
De frames beginnen andere vormen te krijgen omdat de buizen grotere secties moeten hebben om dezelfde stijfheid en stevigheid te verkrijgen als de stalen buizen. De typische “oversized tubes” komen op de markt die ook toelaten om meer kleur en ontwerp aan de frames te geven.
De Rosa ontwerpt het frame Merak waarmee Casagrande tweede eindigt in de Giro d’Italia van 2000. Andere successen worden behaald door Pellizzotti, Caucchioli en in 2000 wordt Romans Vainsteins wereldkampioen op een Merak frame.
Midden jaren 90 bouwt De Rosa frames in zowel staal, titanium en aluminium. De voorvorken worden gemaakt in carbon dat stilaan zijn intrede doet en de wielerwereld de komende jaren compleet zal veranderen.