Het WK wielrennen is één van de belangrijkste gebeurtenissen voor de wielrenners, niet alleen omdat je dan de beste van de wereld bent (die dag toch) maar vooral omdat je dan een gans jaar in de trui van wereldkampioen mag rijden.
Wielerwedstrijden werden al op het einde van de 19de eeuw georganiseerd maar voor het 1ste WK wielrennen was het toch wachten tot 1927, de vrouwen moesten zelfs wachten tot 1958. Pas in 1994 werd het eerste WK tijdrijden georganiseerd.
Hieronder enkele feiten over het WK wielrennen
WK wielrennen mannen op de weg
1927: het 1ste WK wielrennen bij de mannen werd georganiseerd in 1927 in Nürburg. Winnaar was de Italiaan Alfredo Binda, voor zijn landgenoten Costantino Girardengo en Domenico Piemontese
Alfredo Binda de 1ste wereldkampioen op de weg ooit
1939 – 1945: tijdens de 2de wereldoorlog werd er geen WK georganiseerd
27 gouden medailles: België is nog steeds het land met de meeste gouden medailles. Voor het totaal aantal medailles moet België (50 medailles) Italië laten voorgaan met 56 medailles
3 keer wereldkampioen: slechts 5 renners werden 3 keer wereldkampioen op de weg namelijk Alfredo Binda, Rik Van Steenbergen, Eddy Merckx, Oscar Freire en Peter Sagan de enige die dit record kan verbreken
2 keer wereldkampioen: 7 renners werden in hun carrière 2 keer wereldkampioen namelijk Georges Ronsse, (ijzeren) Briek Schotte, Rik Van Looy, Freddy Maertens, Greg Lemond, Gianni Bugno en Paolo Bettini
2 keer op rij: Georges Ronsse, Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Gianni Bugno en Paolo Bettini werden 2 keer op rij wereldkampioen. Peter Sagan zelfs 3 keer.
Jean Pierre Monseré: kwam helaas om het leven in maart 1971 in de trui van wereldkampioen
Joop Zoetemelk: is nog steeds de oudste wereldkampioen, Zoetemelk was precies 38 jaar en 272 dagen toen hij het WK won in 1985
Karel Kaers: is de jongste wereldkampioen ooit, hij was in 1934 slechts 20 jaar en 46 dagen
Peter Sagan: is de 1ste renner die het WK 3 keer op rij won
WK winnen in trui van Olympisch kampioen: 3 renners behaalden de titel van wereldkampioen op de weg als Olympisch kampioen, namelijk Ercole Baldini (1958), Hennie Kuiper (1975) en Paolo Bettini (2006 en 2007)
WK wielrennen op de weg dames
1958: het WK wielrennen op de weg voor dames wordt voor de 1ste keer georganiseerd in Reims in Frankrijk. Winnares is Elsy Jacobs uit Luxemburg, er waren slechts 29 deelneemsters.
Jeannie Longo: won het WK maar liefst 5 keer en is daarmee de onbetwiste recordhoudster. Ze deed dat 4 keer op rij, van 1985 tot 1989 want in 1988 was er geen WK
1984, 1988 en 1992: omdat dan de Olympische spelen plaats vonden werd er geen WK georganiseerd
Yvonne Reynders: de Belgische wielrenster werd 4 keer wereldkampioen, in 1959, 1961, 1963 en 1966
Marianne Vos: werd 3 keer wereldkampioene, in 2006, 2012 en 2013
12 gouden medailles: Nederland heeft het meeste gouden medailles gewonnen vóór Frankrijk (10) en België (6)
32 medailles: ook hier leidt Nederland vóór Italië en de voormalige Sovjet Unie (beiden 21 medailles)
WK tijdrijden op de weg heren
1994: het 1ste WK tijdrijden op de weg werd gewonnen door de Brit Chris Boardman vóór de Italiaan Andrea Chiurato en een jonge Jan Ullrich
Michael Rogers: was de eerste die 3 keer na elkaar won, van 2003 tot en met 2005
4 keer wereldkampioen: Fabian Cancellara en Tony Martin werden beiden 4 keer wereldkampioen tijdrijden op de weg
Remco Evenepoel: was bij zijn 1ste deelname in 2019 meteen goed voor een zilveren medaille en dit op 20jarige leeftijd.
7 gouden medailles: Duitsland is het land dat tot nu toe de meeste gouden medailles behaalde, vóór Zwitserland en Australië (beiden 5).
17 medailles: ook hier leidt Duitsland vóór Groot Brittanië (10) en Zwitserland (9)
WK tijdrijden op de weg dames
Karen Kurreck: deze Amerikaanse kroonde zich in 1994 in het Italiaanse Agrigento tot wereldkampioene
Jeannie Longo: de vrouwelijke Eddy Merckx behaalde 4 keer de titel, in 1995, 1996, 1997 en 2001
2 keer Nederland: zowel Leontien Van Moorsel als Annemiek Van Vleuten wonnen 2 keer op rij voor Nederland
7 gouden medailles: de Verenigde Staten wonnen het meeste gouden medailles (7), vóór Nederland (5) en Duitsland (4)
13 medailles: ook hier staat de Verenigde Staten op nummer 1 met 13 medailles, gevolgd door Nederland (12) en Duitsland (11)
