De wielerwedstrijd Parijs Roubaix, ook wel gekend als De Hel van het Noorden, is een prachtige koers over slechte kasseiwegen die hoog aangeschreven staat bij menig wielerliefhebber en ieder jaar opnieuw voor spektakel zorgt.
Net zoals de Ronde Van Vlaanderen voor de Vlamingen een volksfeest en het hoogtepunt van het wielerseizoen is, zo is Parijs Roubaix voor de Fransen de belangrijkste wielerklassieker. Parijs Roubaix wordt trouwens een week na de Ronde van Vlaanderen gereden.
Hieronder vind je alvast enkele leuke weetjes en anekdotes over de Helleklassieker.
Ontstaan Parijs Roubaix
De eerste editie van Parijs Roubaix werd georganiseerd in 1896 door de krant Le Vélo en dit op vraag van twee Franse ondernemers die in Roubaix een wielerpiste hadden gebouwd en daarmee extra publiciteit zouden kunnen binnenhalen.
Naar het voorbeeld van Bordeaux Parijs werd een wedstrijd met start in Parijs en aankomst op de vélodrome André Pétrieux van Bourdaix georganiseerd. De start van een stuk legendarische wielergeschiedenis. De eerste editie werd gewonnen door de Duitser Josef Fischer.
Sinds 1968 is de startplaats niet meer in Parijs maar in Compiègne, 80km ten noorden van de hoofdstad.
De naam Hel van het Noorden verwijst echter niet naar de slechte staat van de wegen maar ontstond in 1919 toen een journalist de wedstrijd volgde langs het fel verwoeste landschap van Noord Frankrijk ten gevolge van de 1ste wereldoorlog.
1 van de 5 monumenten: samen met de Ronde van Vlaanderen, Luik Bastenaken Luik, Milaan Sanremo en de Ronde van Lombardije maakt Parijs Roubaix deel uit van de 5 monumenten.
meer dan 50km kasseien: in totaal zitten er ongeveer 55km kasseien verdeeld over 30 stroken, in het parcours. Als je weet dat de totale wedstrijd 259km lang is dan is dit ongeveer 20%. Iedere strook heeft een gradatie in sterren, hoe meer sterren (maximum 5) hoe moeilijker en slechter de strook. De eerste strook heeft nummer 30 en de laatste nummer 1.
Bos van Wallers – Arenberg en Carrefour de l’Arbre: dit zijn de 2 lastigste kasseienstroken uit de wedstrijd, beiden zijn meer dan 2km lang en hebben het maximum van 5 sterren (hoe meer sterren hoe moeilijker). De kasseien liggen er werkelijk verschrikkelijk bij met gaten van enkele centimeters ertussen.
Deze 2 stroken zorgen gewoonlijk voor een shifting in het peloton. Zit je hier kapot dan moet je onherroepelijk het peloton laten rijden.
Winnen in de trui van wereldkampioen: deze eer was weggelegd voor Marcel Kint (1943), Rik Van Looy (1961 en 1962), Eddy Merckx (1968), Francesco Moser (1978), Bernard Hinault (1981) en Peter Sagan (2018).
De dubbel: veel renners maken er een prestige van om de dubbel Ronde van Vlaanderen en Parijs Roubaix te winnen. Doordat beide wedstrijden in 1 week gereden worden is dit mogelijk als een renner in topvorm is. De renners die daar in slaagden waren:
- Heinrich Suter in 1923
- Romain Gyssels in 1932
- Gaston Rebry in 1934
- Raymond Impanis in 1954
- Fred De Bruyne in 1957
- Rik Van Looy in 1962
- Roger De Vlaeminck in 1977
- Peter Van Petegem in 2003
- Tom Boonen in 2005 en 2012
- Fabian Cancellara in 2010 en 2013
Zoals je merkt geen Eddy Merckx dus, één van de weinige keren dat de kannibaal in een lijstje ontbreekt.
4 overwinningen: slechts 2 renners slaagden erin om Parijs Roubaix 4 keer te winnen, namelijk Roger De Vlaeminck ook wel Monsieur Paris Roubaix genoemd en Tom Boonen, de Bom van Balen.
57 overwinningen: daarmee is Belgie nog steeds koploper gevolgd door Frankrijk met 28 overwinningen.
In 1976 werd de prachtige documentaire A Sunday in Hell gemaakt over deze mythische wedstrijd door de Deense regisseur Jørgen Leth waarbij je als het ware meegesleurd wordt in de wedstrijd.